Siddartha Gautama leefde ongeveer 2500 jaar geleden in Bihar, India. Zijn prinsennaam was Siddartha, de familienaam was Gautama. Om hem te beschermen voor het leed in de buitenwereld, leefde hij als kind een afgezonderd en beschut leven. Totdat hij ontdekte dat men de werkelijkheid voor hem verborgen had gehouden en het wereldse leed trof hem zo diep dat hij besloot om op zoek te gaan naar de ware zin van het leven. Hij gaf zijn luxe leven op en ging op pad. Na vele zoektochten en beproevingen ging hij uiteindelijk onder een bodhiboom zitten en bleef daar tot zijn verlichting, en hij vond het antwoord op de vraag naar de zin van het leven. Het leven is door Karma (oorzaak en gevolg) bepaald en het doel is deze kringloop te verlaten. Daarvoor is de kennis van De Vier Waarheden nodig. 1 Het lijden. (de gehechtheid aan het aardse bestaan en niet verlost zijn uit de keten van wedergeboorte) 2 Het ontstaan van het lijden. (het verlangen en de zucht naar lust en bezit) 3 De opheffing van het lijden. (de vernietiging van begeerte en onwetendheid) 4 De weg naar opheffing van het lijden door het volgen van “Het Edele Achtvoudige Pad”. (zie Dharmachakra) Vele jaren trok hij door India om zijn leer te verkondigen, voordat hij het Nirvana binnenging (de staat van kalme emotieloze zaligheid).
